Verzakking bij een tuinpoort voorkom je door een stevige fundering aan te leggen. Dit begint met een goede betonfundering die diep genoeg is om vorstvrij te blijven, meestal minimaal 80 cm diep. Zorg ervoor dat de fundering breed genoeg is om het gewicht van de poort en de krachten bij het openen en sluiten te verdelen. Het gebruik van een betonplan en een technische tekening helpt om alle details correct uit te voeren. Laat dit bij voorkeur uitvoeren door een specialist in poortinstallaties, niet zomaar een aannemer. Indien de betonfundering verkeerd gegoten is of van slechte kwaliteit, kan een plaatsing immers niet kwalitatief worden uitgevoerd. Bij schuifpoorten is een lange, doorlopende fundering nodig, terwijl bij draaipoorten afzonderlijke betonsokkels onder de scharnierpunten volstaan. Het beton moet voorzien zijn van 350 kg cement per m³. Een betonplan biedt houvast bij de juiste plaatsing en zorgt ervoor dat de poort stevig verankerd is, wat verzakking voorkomt.
Ja, het is mogelijk om een poort op een helling te plaatsen, maar de keuze van het type poort is cruciaal. Een vrijdragende schuifpoort is vaak de beste optie, omdat deze boven de grond zweeft en daardoor niet gehinderd wordt door de helling. Als je een draaipoort wenst, moet je rekening houden met speciale scharnieren of een asymmetrische ophanging. De betonnen fundering moet extra stevig zijn en aangepast worden aan de hellingshoek. Ook hier zijn een technische tekening en een betonplan onmisbaar.
Het plaatsen van een metalen poort begint met het markeren van de poortlocatie en het graven van de funderingssleuven. Cruciaal zijn de juiste positie en het niveau van de poort, die moeten vooraf vastgelegd worden. Vervolgens wordt het beton gestort volgens het betonplan. Nadat het beton is uitgehard, monteer je de poortpalen stevig in de fundering. Bij een schuifpoort installeer je een rail of vrijdragend systeem. Bij een draaipoort zorg je voor robuuste scharnierpunten. Tot slot stel je de poort af zodat ze soepel opent en sluit. Na montage moeten de voetplaten van palen, IPE-balken, rails en dergelijke ondergoten worden. Indien er ondergrondse motoren geplaatst worden, moet de afvoer van de motorkisten aangesloten worden op een afvoer naar de riolering of via een kokosbuis naar een drainageput gevuld met kiezelsteentjes.
De stroom die nodig is voor de werking van de poort moet worden aangebracht tot aan de positie van de stuurkast. De bekabeling tussen de onderlinge onderdelen van de installatie moet gebeuren, via lege wachtbuizen die voldoende groot zijn en uitgerust met een trekdraad. Kabels voor videofonie of andere toestellen die in of aan de woning worden geplaatst kunnen ook nodig zijn. Een stopcontact van 220V/16A van de plaats van plaatsing moet beschikbaar zijn.